Geslacht (Van) Batenburg

De onderlinge relaties tussen de collatoren in het geslacht (Van) Batenburg, afkomstig uit Gelderland.

(genealogie Van Basten Batenburg en Batenburg uit Groenlo, uitgewerkt tot en met generatie VIII)

Het geslacht Van Batenborgh, later Batenburg en Van Basten Batenburg, was tot aan het einde van de 19 eeuw gegoed in de Achterhoek in Gelderland.

Afhankelijk van de oorlogsomstandigheden in de 17e eeuw, verhuisde men – al dan niet tijdelijk – naar veiliger gebieden: Groenlo binnen de vesting. Of naar Amsterdam in de 18e en 19e eeuw vanwege economische motieven, waarbij men de woonhuizen in Groenlo aanhield.

De vroegste vermeldingen komen uit het begin van de 17e eeuw. Leden van dit geslacht  zijn vooral terug te vinden bij de vrije beroepen*: de advocaten, artsen en handelaren.

Het collatorschap van de Vicarie bleef gaan naar de oudste en naaste in den bloede.

Het ius patronatus – het recht om een collator te benoemen – vererft in de 18e eeuw in dit geslacht. Volgens de oprichtingsakte uit 1501 ging het patronaatsrecht van de vicarie naar de oudste en naaste in den bloede. Uit onderstaand overzicht blijkt dat deze eis van opvolging ook nu nog steeds wordt gevolgd (zie de blauwe teksten).

Kaart van de omgeving van Groenlo, 1741
Kaart van de omgeving van Groenlo De heerlijkheid Borculo en Lichtenvoorde. Het woongebied van het geslacht Van Batenborgh tot aan de 19e eeuw. Detailkaart van het kwartier van Zutphen, door J. Keizer uit 1741. In het zuiden ligt de heerlijkheid Lichtenvoorde en de heerlijkheid Borculo en in het westen het landdrostambt Zutphen.

Eerste vermelding in oorlogstijd in 17e eeuws Borculo

De stad Groenlo wordt omringd door de heerlijkheden Borculo en Lichtenvoorde, en ten zuiden daarvan lag heerlijkheid Bredevoort. Een belangrijke verandering vond plaats in de vestingsteden Borculo en Groenlo in de periode 1665-1674.

In 1665 bezette de prins-bisschop van het bisdom Münster, Bernard von Galen, tijdens  de eerste Münsterse oorlog, de stad en het kasteel van Borculo, tot aan de vrede in 1666.

In het rampjaar 1672 kwam de stad weer in handen van de Prins-bisschop van Münster en werd ook de vrijheid van godsdienst hersteld. Het Beleg van Grol in 1672, was een onderdeel van de invasie van de Republiek door de verenigde legers van Frankrijk, Engeland, het Aartsbisdom Keulen en het Bisdom Münster. De Republiek Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden sloot op 11 april 1674 de vrede met Münster, waarna er een einde kwam aan de tweede Münsterse oorlog en de troepen van Bernard von Galen, de stad weer verlieten.

In deze roerige tijden wordt in 1671** voor het eerst melding gemaakt van een Henrick van Baetenborgh in de heerlijkheid Borculo waar hij dan kennelijk familie heeft wonen. Het is daarom aannemelijk dat hij en zijn vrouw en hun 4 jonge kinderen van elders afkomstig waren. Mogelijk was hij een militair uit een van de andere vestingsteden zoals Ravenstein, Grave of Batenburg in Gelderland. Of uit een van de Rijnforten van de Kleefse barrière, zoals Rheinberg in het huidige Duitsland. En wellicht heeft hij zijn vrouw in Groenlo ontmoet.

Genealogie Van Batenborgh

(Batenburg en Van Basten Batenburg)

I. Hendrick van Batenborgh (van Batenburgh) [mogelijk identiek aan Henricus van Batenburgh, ged. Ravenstein 6 sept. 1637, die zich als militair vestigde in de vestingstad Groenlo toen in 1674 – na de tweejarige bezetting door de bisschop van Munster – er weer een Staats garnizoen werd gelegerd, zn. van Joannes Henricksz en Adriana Jacobs van Dennenborgh],

geb. omstr. 1635 (niet in Groenlo), gegoed in en buiten Groenlo, vermeld in heerlijkheid Borculo als erfgenaam van de overleden echtgenote van Derck Cuerboom 16 mei 1671, verhuist met zijn vrouw en vier jonge kinderen (tussen de 9 en16 jaar) naar Groenlo omstreeks 1674, verstrekt in Groenlo met zijn vrouw een geldlening 1674, ondertekende een rekest om een vaste missionaris in Groenlo te krijgen 1675, vermeld in Eibergen 1689, grootburger van Groenlo 1704, woont in de Nieuwestraat te Groenlo, twee huizen van de Markt, 1704, † tussen 27 dec. 1714 en 22 sept. 1722, tr. 1658 Elisabeth Rotgers [mogelijk dr. van dr. Rotger Warnsinck en zijn huisvrouw Cunera ten Dam], † tussen 27 dec. 1714 en 22 sept. 1722. Woonhuizen: Nieuwestraat nr 3 of 6 in Groenlo.

Handtekening van Hendrick van Batenborgh

Uit dit huwelijk, naast een in 1695 jong gestorven zoon:

1. Mechteld van Batenborgh, geb. omstr. 1660 (niet in Groenlo), † vóór 27 dec. 1714, tr. (ondertr. Groenlo 21 nov.) 1696 Johannes van Elst, afkomstig van Uedem (Rheinland), † vóór 22 sept. 1722, zn. van Henrick en Geesken Fridiga.

2. Johanna van Batenborgh, geb. omstr. 1660 (niet in Groenlo), † Groenlo na 9 febr. 1734.

3. Rutger I, volgt II.

(Henrick en Elisabeth en hun kinderen worden voor 1671 niet in Groenlo vermeld en zijn daar zeer wrs. niet geboren)

II. Rutger I (van) Batenborgh, geb. omstr. 1665 (niet in Groenlo), gegoed in Groenlo, gecommitteerde van het kleermakers- en bontwerkersgilde van Groenlo, grootburger van Groenlo 1704, ondertekende te Groenlo een rekest van katholieken aan de vorst-bisschop van Munster 1719, † Groenlo 26 maart 1733, tr. 1e Groenlo 20 april 1685 Elsken Krejenhorst (Crajenhorst), geb. omstr. 1665, † vóór 25 febr. 1708, dr. van Henrick en N.N.; tr. 2e Groenlo 23 maart 1708 Janna Boeckel(d)er (ten Boekelaer), † na 9 febr. 1734, dr. van Berent en Geertruid Janssen.

Waarschijnlijk trok de lakenhandel in Holland meerdere generaties Groenlose lakenkooplieden naar Amsterdam, zoals Jan Henrick en Rutgerus Henricus van Batenburgh.

Uit het eerste huwelijk:

1. Jan Henrick I, volgt III.

2. Bernardus I (van) Batenborgh, ged. Groenlo 6 dec. 1689, woonde te Amsterdam 1719, getuige bij doop te Amsterdam 1744, 1747, † na 26 maart 1747, tr. Amsterdam 15 jan. 1719 Maria Peeters, geb. Loon omstr. 1690, begr. Amsterdam 29 jan. 1719. Uit dit huwelijk:

Anna Elisabeth Batenborgh, ged. Amsterdam 18 dec. 1718.

3. Maria Elisabeth (van) Batenborgh, ged. Groenlo 1 juni 1692, † ald. omstr. 3 dec. 1743.

4. Maria Batenborgh, geb. Groenlo omstr. 1698, begr. Sloterdijk 11 nov. 1742, tr. Amsterdam 31 okt. 1728 Marten Ondersteijn, geb. ‘s-Hertogenbosch omstr. 1696 [Den Dungen 31 okt. 1697], timmermansknecht 1743 en meester-timmerman 1765 te Sloterdijk, begr. ald. 25 jan. 1765, zn. van Johannes Martensz en Maria Adriaensdr van de Merendonck en wedr. van Antje Jacobse Mans; hij hertr. (ondertr. Sloten 22 jan. en Amsterdam 25 jan.) 1743 Anna Maria de Baar.

III. Jan Henrick I (van) Batenborg, ged. Groenlo omstr. 2 febr. 1686,  gegoed in Groenlo, ondertekende te Groenlo een rekest van katholieken aan de vorst-bisschop van Munster 1719, woonde aan de Anthoniebreestraat te Amsterdam 1761, 1769, † ald. 10 dec. 1769, tr. 1713 Ber(na)dina van Groll, geb. omstr. 1690, † [Groenlo omstr. 1760].

Uit dit huwelijk:

1. Jacob I Jan, volgt IVa (A).

2. Elisabeth Henrica (Hendrina) Batenburg, ged. Groenlo 8 febr. 1718, † Rotterdam 1790, tr. Buiksloot 30 nov. 1761 Wessel Geurts, geb. Hulten omstr. 1718, vertrokken van Hulten naar Gouda 1734, † ald. 14 febr. 1774, wedr. van Johanna Bijleveld.

3. Rutgerus Henricus II, volgt IVb (B).

A (Uitgestorven 1853)

IVa. Jacob I Jan Batenborgh, ged. Groenlo 25 nov. 1714, poorter van Amsterdam 1741-, meester-chirurgijn te Amsterdam 1742-, lid chirurgijnsgilde van Amsterdam, heeft huis in Amsterdam in de Potangestraat 1741, Slijkstraat 1754, Raamgracht 1766, Anthoniebreestraat 1773, Lindengracht 1779, † ald. 14 okt. 1790, tr. Sloterdijk 3 sept. 1741 Johanna Haselcamp, geb. Amsterdam 11 april 1716, † ald. 30 dec. 1785, dr. van Willem en Christina Eden.

Uit dit huwelijk:

1. Joannes Wilhelmus, volgt Va.

2. Christina Batenborg, ged. Amsterdam 16 juni 1744, begr. ald. 24 juni 1744.

3. Elisabeth Batenberg, ged. Amsterdam 10 aug. 1745, religieuze onder de naam Maria Clara in het klooster der Zusters Annunciaten te Oosterhout (mog. Venlo) 1770-, † na 11 juli 1770.

4. Bernardus III Batenburg, ged. Amsterdam 26 maart 1747, begr. ald. 14 juni 1753.

5. Henricus Batenburg, ged. Amsterdam 27 juni 1749, begr. ald. 22 april 1756.

6. Petrus Laurentius Batenborg O.F.M., ged. Amsterdam 13 juli 1751, student Theologie Leuven, priester in de orde der Franciscanen te Mechelen (Brabant) 1770, priester op het Begijnhof te Amsterdam 1776, pastoor te Hoorn 1782-†, kanunnik van het oud-kapittel in Haarlem 1801, † ald. 15 juli 1804.

7. Christianus Henricus Batenburg, ged. Amsterdam 25 juli 1754, begr. ald. 7 okt. 1754.

8. Thomas Wilhelmus Batenburg, ged. Amsterdam 15 mei 1757, begr. ald. 23 mei 1757.

Va. Joannes Wilhelmus Batenborg(h), ged. Amsterdam 7 jan. 1743, poorter van Amsterdam 1766, mede-ondertekenaar van de Naamlyst van ruim zestien duizend perzoonen, welke door teekening getoond hebben te zyn voorstanders der Franschen, en haaters der oude constitutie 1786, meester-chirurgijn, apotheker te Amsterdam 1798, woont in Amsterdam, in de Goudblomdwarsstraat 1766, † ald. 25 maart 1795, tr. Buiksloot 15 mei 1766 Helena Steenbrink, geb. Amsterdam 5 juli 1742, begr. ald. 3 sept. 1796, dr. van Barend en Peternella Temminck.

Uit dit huwelijk:

1. Anna Maria Batenborg, ged. Amsterdam 5 juli 1767. tr. Amsterdam 18 juni 1790 Daniel Hart Jansz, geb. Utrecht, zn. van Jan.

2. Margaretha Joanna Batenborg, ged. Amsterdam 11 maart 1769, begr. ald. 11 juli 1782.

3. Joanna Petronella Batenborg, ged. Amsterdam 22 maart 1773, † ald. 16 mei 1853, tr. Amsterdam 15 april 1796 Joannes H. Timmer, ged. Groningen 5 sept. 1770, koopman, † tussen 1836 en 1853, zn. van Hendrik en Anna Ramaker.

Plakaat met de aankondiging van het overlijden in 1783 van Rutger (van) Batenborg
Dit plakkaat uit 1783, een aankondiging van de paters Franciscanen in Schwillbroeck, van het overlijden van Rutger Batenborg, was wrs. aangeplakt aan de kerkdeur van de kerk te Zwillbrock (en niet aan de deur van de Calixtuskerk in Groenlo) (Gemeente archief Oudheidkamer Oldenzaal).

B

IVb. Rutgerus II Henricus Batenburgh (Batenborg), ged. Groenlo 19 maart 1724, gegoed in Groenlo, Beltrum en Borculo, pachter hoofdgeld en generale middelen in voogdijen van Eibergen, Rekken en Neede 1751-, pachter hoofdgeld stad en schependom Borculo 1753, voogd van Eibergen  1756, woont onder Borculo 1762, lakenkoopman in Groenlo 1768-, lid 1758- en gildemeester (1772) ‘spilledrayers ofte timmergilde’ te Groenlo, ondertekende een rekest te Groenlo van katholieken aan de vorstbisschop van Munster 1765, provisor der armen in Groenlo 1774, † Groenlo 17 nov. 1783, tr. 1e Groenlo 31 mei 1743 Johanna Christina Boekelaer, ged. Groenlo 5 sept. 1717, testeerde 20 aug. 1760, † ald. vóór 22 aug. 1761, dr. van Berent ten Boekeler en Christina ten Bulte; tr. 2e Groenlo 22 aug. 1761 Aleijda Starink (Staring), ged. Zutphen 6 jan. 1726, † Groenlo 22 maart 1811, dr. van Johan en Aleyda Hendrina Staring. Woonhuizen: Lepelstraat 34, het tweede huis voor Beltrumse Poort in Groenlo.

Uit het eerste huwelijk:

1. Bernhardus II Batenborg, geb. Groenlo 25 okt. 1743, † jong.

2. Jan Christiaan Batenburg, geb. Groenlo 15 okt. 1744, gegoed in Groenlo, wijnkoper, later lid ‘spilledrayers ofte timmergilde’ te Groenlo, medestander van het hoofdgeld van kerspel en dorp Neede 1764, kerkmeester en provisor der armen in Groenlo 1789-1791, † ald. 9 maart 1822.

3. Bernardus IV Batenborg O.F.M., geb. Groenlo 20 febr. 1747, priester in de orde der Franciscanen in het klooster Bethlehem te Zwillbrock (Vreden, Westfalen) 1765-, † ald. 21 mei 1809.

4. Hermyna Jacoba Batenborg, geb. Groenlo 6 mei 1750, † ald. 24 mei 1763.

5. Maria Elisabeth Batenborg, geb. Groenlo 22 okt. 1752, † ald. 6 nov. 1837, tr. Groenlo 11 febr. 1776 Johannes Schoemaker, ged. Groenlo 12 okt. 1743, burgemeester van Groenlo, gasthuismeester, † ald. 9 april 1809, zn. van Jan Berend en Maria Nijenhuis (Nieuwenhuijs).

6. Jacobus II Joannes Batenborg, geb. Groenlo 21 mei 1755, † vóór 20 aug. 1761.

7. Bernardina Hermyna Batenborg, geb. Groenlo 11 dec. 1759, † (overluid ald. 24 mei) 1763.

Uit het tweede huwelijk:

8. Joannes Henricus, volgt Vb.

9. Anna Henrica Aletta Batenburg, geb. Groenlo 30 juli 1763, † ald. 14 maart 1860, tr. Groenlo 3 okt. 1787 Jean Baptist Lotharius Lambrechts (Ridder in de Orde van de Unie, Ridder in de Orde van de Reunie), geb. Doornik (Henegouwen) 24 juni 1754, kadet 1775-, officier in Staatse dienst (1785), in Franse dienst 1788-(1792), in Bataafse dienst 1795-, in Hollandse dienst 1806-, laatst. brigadier 1806-, commandant van ‘s-Hertogenbosch 1807 en Breda 1807-, chef generale staf, gouverneur van Oost-Friesland, † Baarlo (L.) 9 juli 1829, zn. van generaal Gérard Lambrechts en Adèle Fransen.

Jacobus Wilhelmus van Hopbergen 1765-1808, pastel, toegeschreven aan Wijnand Esser 1779-1860). bron: RKD.

10. Aleyda Joanna Batenburg, geb. Groenlo 24 juni 1765, † ald. 1 aug. 1847, tr. Groenlo 19 febr. 1792 Jacobus Wilhelmus van Hopbergen, ged. Groenlo 1 sept. 1765, vaandrig 1787, 1e Luitenant in het 2e bataljon 1796, kapitein der infanterie 1799, laatstelijk kapitein het 1e regiment jagers te Kampen, † Groenlo 12 maart 1808, zn. van Casper Diederik en Catharina van Rhijn.

(Een van hun kinderen is Bernardus Jacobus Henricus van Hopbergen , Ridder Nederlandse Leeuw, Ridder Militaire Willemsorde, kapitein der infanterie; overleden in 1847 te Groenlo)

11. Jacobus Joannes Batenborg, geb. Groenlo 16 mei 1767, apotheker te Amsterdam 1798-, stemgerechtigd burger der Bataafsche Republiek, 1798, maatschap met Pierre Frescarode en de Wed. Cornelis Ruijchrock van de
Werve 1799, † ald. 17 nov. 1800.

Bernardus Antonius Batenburg (R.O.U., L.E.), 1769 - 1809
Lt. kolonel Bernard. A. Batenburg (1769 – 1809), Ridder in de Orde van de Unie, Ridder Legioen van Eer. olieverf op medaillon, eind 18e eeuw, particuliere collectie.

12. Bernardus V Antonius Batenburg (Ridder in de Orde van de Unie 1808, Ridder Legioen van Eer), geb. Groenlo 2 maart 1769, officier in Staatse dienst 1787-1795 (in Berbice), in Bataafse dienst 1795-1806, in Hollandse dienst 1806-, laatst. luitenant-kolonel van het 9e regiment Infanterie De Ligne 1802-, bevelvoerder in Suriname 1802-1804, commandant gezamenlijke troepen kolonies Berbice 1796- en Suriname 1806-, † (gesneuveld) bij Stralsund (Zweeds Pommeren) 31 mei 1809, tr. Bremen 21 juni 1808 Dorothea Elisabeth Kleijer, geb. Bremen 17 mei 1777, plantage-eigenaar in Berbice 1818-, † na 17 mei 1822, dr. van Jan Coenraad en Casparina Agnes van Haarten.

Uit dit huwelijk:

Aleidis Agnes Bernardina Antonia Batenburg, geb. [Bremen] 1 juni 1809, † 1810.

Propaganda pamflet De Prince Vlag, Oranje Boven, Amsterdam, 1784. In bezit van J.H. Batenborg in Groenlo (coll. Van Batenborgh Stichting)

Vb. Joannes Henricus II Batenburg (Batenborg) , geb. Groenlo 5 nov. 1761, gegoed in Beltrum, Groenlo, Lichtenvoorde,  Ruurlo, Neede, Winterswijk (in Gelderland 175 ha. in 1832), koopman, lid van de Vaderlandsche societeit van Groenlo – vrijheid, gelijkheid, broederschap – onder de de zinspreuk: Waakzaamheid 1795, lid van het Committé van de regeering der stad Groenloo, 1796, lid magistraat Groenlo 1802 – 1811, kerkmeester en provisor der armen in Groenlo 1806-1808, 1811-1814, vrederechter te Groenlo 1811- (1819), † ald. 14 sept. 1833, tr. [kerk. Bocholt, Westfalen 1782] Groenlo 5 mei 1789 Maria Helena Catharina van Basten, ged. Groenlo 3 mei 1750, 12e collator van de Vicarie Sancti Nicolai 1796-, † ald. 15 okt. 1819, dr. van Mr. Michaël Wilhelm Antoon en Jacoba Elisabeth Staring. Woonhuizen: Lievelderstraat 2 (1783); Lepelstraat 34, het tweede huis voor Beltrumse Poort (1789); Nieuwestraat 20-22 (van Basten – Van Asbeckhuis) te Groenlo (1813-).

Uit dit huwelijk:

1. Onged. kind, geb. Groenlo 23 sept. 1783, † ald. 25 sept. 1783.

2. Mr. Jacobus Henricus van Basten Batenburg, ged. Groenlo 18 jan. 1785, J.U.D. Harderwijk 1809, advocaat, notaris te Groenlo 1811-1851, 13e collator van de Vicarie Sancti Nicolai 1819 –, † ald. 20 mei 1852.

3. Joannes Bernardus Antonius Batenburg, volgt VIa (BA).

4. Margaretha Gertrudis Batenborg, ged. Groenlo 23 okt. 1790, † Gent 25 april 1831, tr. Groenlo 16 sept. 1812 Mr. Pierre Jean de Bare, geb. Oudenaarde (Oost-Vlaanderen) 18 sept. 1772, Griffier Tribunal de Police Oudenaarde 1810, Keizerlijk procureur rechtbank van eerste aanleg te Zutphen 1811- 1818, officier van justitie te Veurne (West-Vlaanderen) 1818-(1819), † ald. 13 nov. 1820, zn. van Emanuel Philippus Antonius DeBaere en Ferdinanda Joanna Antonia Mencke.

5. Joannes Henricus Antonius (JHA I) van Basten Batenburg, volgt VIb (BB).

BA

Batenburg

Maria Anna Gesina Batenburg – Kock (1796 – 1859); olieverf, particuliere collectie.

VIa. Joannes Bernardus Antonius Batenburg, ged. Groenlo 4 juli 1788, gegoed in Dinxperlo, Groenlo, Neede, Winterswijk, (in Gelderland in 1832: 71 ha.), onderofficier corps adelborsten te Amsterdam 1807, koopman, maire 1811- en burgemeester -1819 van Beltrum, lid raad van Groenlo 1821-1825, † ald. 16 aug. 1827, tr. Beltrum 31 dec. 1812 Maria Anna Gesina Kock, ged. Groenlo 20 juni 1796, † ald. 3 april 1859, dr. van Gerardus en Johanna Catharina Hoffmann.

Uit dit huwelijk:

Vier zussen Batenburg; staand van links naar rechts: Leentje (MHC 1822-1905) Marianne (MAG 1826-1901) zittend vlnr: Truitje (Geertuida 1824-1888) Lizet (JE 1820-1876)
Vier zussen Batenburg; staand van links naar rechts: Leentje (MHC 1822-1905) Marianne (MAG 1826-1901) zittend vlnr: Truitje (Geertuida 1824-1888) Lizet (JE 1820-1876; VIa. 5, 6, 8, 9. Tweede helft negentiende eeuw, Beeldcollectie Van Batenborgh Stichting.
Aleida Helena Catharina Weyn – Batenburg (1813 – 1860), foto schilderij, vroeg 19e eeuw, olieverf, particuliere collectie)

1. Aleida Helena Catharina Batenburg, geb. Groenlo 22 juni 1813, † ald. 25 jan. 1860, tr. Groenlo 26 aug. 1834 Johannes Franciscus Antonius Weyn, geb. Utrecht 3 juni 1804, notaris te Lichtenvoorde 1830-1851 en Groenlo 1851-†, † ald. 12 febr. 1873, zn. van Cornelis en Johannes Christina Stevens.

2. Johannes Gerardus Arnoldus (JGA I) Batenburg, geb. Groenlo 23 okt. 1815, † ald. 1 okt. 1817.

3. Maria Helena Catharina Batenburg, geb. Groenlo 22 juni 1817, † ald. 23 juni 1821.

4. Johannes Gerhardus Arnoldus (JGA II), volgt VIIa.

5. Jacoba Elisabeth Batenburg, geb. Groenlo 19 aug. 1820, † ald. 29 nov. 1876.

Maria Helena Catharina (Leentje) Batenburg (1822 – 1905) (foto op glas, eind 19e eeuw, beeldcollectie Van Batenborgh Stichting)

6. Maria Helena Catharina Batenburg, geb. Groenlo 16 jan. 1822, † ald. 31 aug. 1905.

7. Catharina Johanna Batenburg, geb. Groenlo 12 sept. 1823, † haus Krechting, Rhede (Westfalen) 11 mei 1881, tr. Groenlo 22 juli 1852 Johann Hermann Gerhard Fincke, geb. Wesel (Rheinprovinz) 7 nov. 1819, koopman, rentmeester, † haus Krechting, Rhede 5 maart 1904, zn. van Johann Hermann Anton en Catharina Margaretha Wessels.

8. Geertruida Batenburg, geb. Groenlo 26 nov. 1824, † ald. 24 dec. 1888.

9. Maria Anna Gesina Batenburg, geb. Groenlo 6 nov. 1826, † ald. 17 maart 1901.

VIIa. Dr. Johannes Gerhardus Arnoldus (JGA II) Batenburg, geb. Groenlo 20 april 1819, med. dr. Leiden 1845, arts te Groenlo, 14e collator van de Vicarie Sancti Nicolai 1852 –, † ald. 16 febr. 1864, tr. Groenlo 23 sept. 1846 Maria Margaretha Wilhelmina Hubertina Stallenberg, geb. Maastricht 4 mei 1815, † Groenlo 21 nov. 1895, dr. van Wilhelmus en Anna Maria Catharina Goossens.

Uit dit huwelijk:

1. Johannes Gerhardus Arnoldus (JGA III), volgt VIIIa (BAA).

2. Jacobus V Hendrikus  Batenburg, geb. Groenlo 11 nov. 1847, notaris te Oldenzaal 1889-1924, 18e collator van de Vicarie Sancti Nicolai 1912 –, † Soest 11 jan. 1931, tr. Gemert 26 febr. 1889 Dorothea Johanna Maria van Kemenade, geb. Beek en Donk 22 aug. 1850, † Soest 11 okt. 1927, dr. van Cornelis en Dorothea Johanna Frankenhoff.

3. Frederikus Hubertus Wijnandus Batenburg, geb. Groenlo 11 nov. 1847, † ald. 12 nov. 1847.

4. Michaël I, volgt VIIIb (BAB).

5. Bernardus VI Antonius Batenburg, geb. Groenlo 1 jan. 1850, priester, plebaan, kanunnik Metropolitaan Kapittel van Utrecht, † ald. 13 aug. 1909.

6. Julia Aleida Helena Batenburg, geb. Groenlo 14 dec. 1852, † Amersfoort 18 aug. 1930.

BAA

VIIIa. Johannes Gerhardus Arnoldus (JGA III) Batenburg, geb. Oegstgeest 31 jan. 1846, gemeentearts te Groenlo 1876-1880 en Soest 1880-, commissaris Soester Paardentramweg-Mij te Soestdijk 1903, 17e collator van de Vicarie Sancti Nicolai 1889 –, † ald. 28 aug. 1912, tr. Gendringen 24 okt. 1877 Anna Maria Kolfschoten, geb. Wamel 24 okt. 1854, † Soestdijk 26 okt. 1941, dr. van George Joachim en Thérèse Maria Bernardine Reigers.

Uit dit huwelijk: …

Michaël Batenburg, 1851 – 1923

BAB

VIIIb. Michaël I Batenburg (Ridder in de Orde van Oranje-Nassau), geb. Groenlo 1 maart 1851, huisarts te Princenhage, † ald. 16 jan. 1923, tr. Delft 15 nov. 1881 Anna Wilhelmina Maria Vermeulen, geb. Delft 5 aug. 1859, † Princenhage 2 febr. 1942, dr. van Dr. Petrus Josephus Adrianus Hubertus en Isabella Theresia Alida Maria Gueding.

Uit dit huwelijk:   … (o.a. Amerikaanse takken)

(Naar hem is de Dr. Batenburglaan in Breda vernoemd)

BB

Van Basten Batenburg

Op de foto: zeilschepen gelegen voor de rede van Paramaribo. Detail van aquatint van F. Dieterich 1817 (Tropenmuseum)

Uit het Memoriaal journaal en grootboek uit 1844 van J.H.A. van Basten Batenburg (1793-1851) blijkt dat hij niet alleen een geneesheer was, maar ook, vanuit Lichtenvoorde, handelde in goederen als suiker, koffie en rogge. Die vervoerde hij o.a. per eigen schip op Suriname, genaamd de Juffrouw Helena. De winsten hieruit belegde hij en zijn zoon Bernard in minder risicovolle objecten door aankoop van landgoederen en boerderijen in voornamelijk de Achterhoek.

dr Joannes Henricus Antonius van Basten Batenburg
Dr. Joannes Henricus Antonius van Basten Batenburg, 1793 – 1851. Olieverf,  1851 toegeschreven aan G. Hattink. Beeldcollectie Van Batenborgh Stichting.

VIb. Dr. Joannes Henricus Antonius (JHA I) van Basten Batenburg, ged. Groenlo 12 mei 1793, med. dr. Würzburg (Beieren, Dld.) 1816, gegoed in Aalten, Beltrum, Groenlo, Lichtenvoorde, Hengelo (Gld.), Netterden, Ruurlo, Varsseveld, Zeddam, Zelhem, (in Gelderland in 1832: 317 ha.), vermeld op de lijsten van de hoogstaangeslagenen in Gelderland 1848-), koopman, handelaar in specerijen op West-Indië, arts te Groenlo 1816-1819 en Lichtenvoorde, burgemeester van Lichtenvoorde 1830-, † ald. 27 jan. 1851, (als eerste begraven in familie grafkelder op r.-k. kerkhof in Lichtenvoorde) tr. Groenlo 20 jan. 1819 Henrica Maria Schoemaker, geb. Groenlo 14 mei 1789, † Lichtenvoorde 20 nov. 1857, dr. van Johannes en Maria Elisabeth Batenborg (IVb,5) en wed. van Johan Bernard ten Bosch.

Uit dit huwelijk:

1. Maria Helena Catharina van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 21 nov. 1819, auteur en historica, † Oldenzaal 2 aug. 1890, tr. Lichtenvoorde 19 aug. 1851 dr. Bernardus Josephus Christianus Essink, geb. Oldenzaal 16 april 1825, med. dr. Leuven 1851, huisarts te Oldenzaal, curator en secretaris Latijnse school te Oldenzaal, † ald. 19 jan. 1879, zn. van Hermanus Johannes Gerardus en Christina Victoria Kock.

Maria Helena Catharina van Basten Batenburg, 1819 – 1890. Onderdeel van een reeks portretten met haar ouders en alle broers en zussen. Olieverf, particuliere collectie.

2. Jan Bernard Antoni, volgt VIIb.

3. Johannes Hendrikus van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 16 juni 1823, priester 1847-, pastoor 1858- en deken 1885- te Arnhem, kanunnik Metropolitaan Kapittel te Utrecht, oprichter en directeur St. Elisabeth Gasthuis te Arnhem (overgegaan in het Rijnstate ziekenhuis) 1878-, oprichter en president armenbestuur Insula Dei, bouwpastoor St. Eusebiuskerk 1864-, oprichter broederschap O.L.V. van Kevelaer, oprichter en directeur van de Zusterscholen te Arnhem, 16e collator van de Vicarie Sancti Nicolai 1886 –, † ald. 6 dec. 1889 (begraven op begraafplaats Mosowa).

4. Maria Elisabeth Geertruida van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 4 maart 1825, † ald. 4 febr. 1885.

5. Aleida Antonetta van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 16 jan. 1827, † Oldenzaal 6 juni 1882, tr. Lichtenvoorde 31 aug. 1852 Eduard Carel Theodoor Kistemaker, geb. Oldenzaal 14 dec. 1825, † ald. 4 maart 1866, zn. van Dr. Theodorus Fredricus Antonius en Anna Theresia Maria Nieuwenhuis.

6. Johannes Antonius van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 13 dec. 1829, burgemeester van Lichtenvoorde 1871-1886, lid Provinciale Staten van Gelderland 1868-1874, oprichter en algemeen directeur Stoombontweverijfabriek te Lichtenvoorde 1854-, † Arnhem 4 nov. 1886, tr. 1e 21 jan. 1863 Johanna Frederika Schaepman, geb. Zwolle 18 febr. 1840, † Lichtenvoorde 17 april 1865, dr. van Hermanus Theodorus en Geertruida Johanna Gerhardina Kistemaker; tr. 2e Aalten 30 juli 1883 Helena Dorothea Elisabeth Driessen, geb. Aalten 9 juni 1840, † ald. 21 april 1918, dr. van Johannes Bernardus Antonius en Isabella Lodewika Antoinetta Dees. Uit het eerste huwelijk:

Henricus Joannes Antonius van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 9 april 1864, † ald. 6 juni 1867.

7. Jacob Hendrik van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 26 febr. 1831, kandidaat-notaris, † Lichtenvoorde 16 febr. 1858.

8. Wilhelm Wigbold Michaël van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 19 sept. 1834, † ald. 8 sept. 1861.

VIIb. Jan Bernard Antoni van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 23 april 1821, gegoed, in Groenlo, Winterswijk, Eibergen, Lichtenvoorde, koopman, landoeconoom, lid gemeenteraad en wethouder 1865-1871 van Lichtenvoorde, 15e collator van de Vicarie Sancti Nicolai 1864 –, † ald. 25 juli 1886, tr. Maashees 17 nov. 1857 Francisca Ludovica Martina Bovens, geb. Maashees 23 aug. 1833, † Lichtenvoorde 11 aug. 1877, dr. van Carel Jacob en Cornelia Carolina de Koning.

Uit dit huwelijk:

1. Johan Hendrik Antony (JHA II), volgt VIIIc (BBA).

2. Wigbold Rutger Carel I, volgt VIIId (BBB).

3. Wilhelmus II Henricus Jacobus Theodorus, volgt VIIIIe (BBC).

4. Leonardus Antonius Maria, volgt VIIIf (BBD).

5. Maria Aleida Antonetta Johanna van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 14 juli 1867, overste van de Dienaressen van de H. Geest van de Altijddurende Aanbidding (Aanbiddingszusters) te Steyl, † Venraij 30 sept. 1931.

6. Johanna Antonia Paulina Alberta van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 27 okt. 1869, † Winterswijk 14 mei 1958, tr. Lichtenvoorde 29 okt. 1894 Frederikus Adrianus van Eekelen, geb. Breda 25 april 1855, notaris te Winterswijk 1891-†, † ald. 16 jan. 1929, zn. van Petrus Adrianus en Maria Seraphine Blans.

7. Helena Bernarda Christina Philomena van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 28 april 1872, † Bloemendaal 26 febr. 1949, tr. Lichtenvoorde 19 okt. 1898 Thomas Martinus Blans, geb. Zaandam 6 okt. 1866, koopman en fabrikant, † Wassenaar 14 nov. 1942, zn. van Klaas en Johanna Clasina Rietveld.

8. Julia Carolina Maria van Basten Batenburg, geb. Lichtenvoorde 28 okt. 1873, † ‘s-Hertogenbosch 7 febr. 1918.

Mr. Johan Hendrik Antony van Basten Batenburg, 1858 – 1915. Beeldcollectie Van Batenborgh Stichting.

BBA

VIIIc. Mr. Johan Hendrik Antony (JHA II) van Basten Batenburg (roepnaam Henri), Ridder in de Orde van de H. Gregorius de Grote, geb. Lichtenvoorde 19 nov. 1858, jur. dr. Utrecht 1883, gegoed in Tegelen, vermeld op de lijsten van de hoogstaangeslagenen in Limburg (-1907), oprichter en vennoot Nederlandsche Stoom Mineraalwaterfabriek De Snelle Sprong 1886-, oprichter, vennoot en directeur Maatschappij tot Exploitatie van Assmanns’s Briefhouder (later Egidius Janssen B.V.) 1893-, medeoprichter en aandeelhouder N.V. Tiglia, stoomfabriek van kleiwaren te Tegelen (later Tegula N.V.) 1901-†, lid Provinciale Staten 1894-1915 en Gedeputeerde Staten 1901-1915 van Limburg, voorzitter Kamer van Koophandel Tegelen 1895-1907, † k. Holtmühle, Tegelen 9 jan. 1915 (als eerste begraven in familiegraf begraafplaats Tegelen), tr. 1e Tegelen 19 nov. 1883 Theodora Gerardina Henriette Louisa de Rijk, geb. k. Holtmühle 23 jan. 1864, † Utrecht 20 febr. 1906, dr. van Louis Pierre Guillaume Hubert en Theodora Wilhelmina Josepha van den Boogaard; tr. 2e Amsterdam 8 april 1907 Antonia Maria Elisabeth Stock, geb. Melle (Hannover, Dld.) 7 april 1855, † Renswoude 11 nov. 1944, dr. van Friedrich en Emilie Mahler en wed. van 1e Peter Hermann Frans Erpenbeck en 2e François Theodoor Bensdorp.

Uit het eerste huwelijk:    …

Wigbold Rutger Carel van Basten Batenburg, 1860 – 1922. Beeldcollectie Van Batenborgh Stichting.

BBB

VIIId. Wigbold Rutger Carel I van Basten Batenburg (roepnaam Carel) , geb. Lichtenvoorde 10 sept. 1860, honorair commissaris Utrechtse studentenroeivereniging ‘Triton’ 1884, vennoot en directeur Nederlandsche Stoom Mineraalwaterfabriek De Snelle Sprong 1887-, medeoprichter, vennoot en directeur Maatschappij tot Exploitatie van Assmanns’s Briefhouder (later Egidius Janssen B.V.) 1893-, medeoprichter, grootaandeelhouder en commercieel directeur N.V. Tiglia, stoomfabriek van kleiwaren te Tegelen (later Tegula N.V.) 1901-, lid gemeenteraad en wethouder van Tegelen 1894-1909, burgemeester van Tegelen 1906-†, † ald. 31 dec. 1922, tr. Keulen 5 mei 1896 Ludovica Bernarda Maria Josepha van den Boogaart, (Erekruis Pro Ecclesia et Pontifice), geb. Well 15 maart 1867, † Sittard 2 febr. 1950, dr. van Albertus en Petronella Paulina Jacoba Hubertina Bovens.

Uit dit huwelijk:     …

BBC

VIIIe. Mr. Wilhelmus II Henricus Jacobus Theodorus van Basten Batenburg (Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw), geb. Lichtenvoorde 13 nov. 1862, jur. dr. Gem. universiteit van Amsterdam 1887, gemeentesecretaris van Lichtenvoorde 1886-1889, advocaat en procureur te Zutphen en Roermond 1889-1891, ambtenaar Openbaar Ministerie kantongerechten Oss, Heusden, Waalwijk en Oirschot 1891-1899, commissaris Provinciale bank voor Noord-Brabant, ‘s-Hertogenbosch 1899-, rechter arrondissementsrechtbank te ‘s-Hertogenbosch 1899-1903, lid Tweede Kamer 1894-1901 en Eerste Kamer 1901-1903, 1907-1923 der Staten-Generaal, lid Centrale Raad van Beroep te Utrecht 1903-1932, medeoprichter en commissaris Nationaal Spaarfonds te ‘s-Gravenhage 1929-, medeoprichter, commissaris en aandeelhouder N.V. Tiglia, stoomfabriek van kleiwaren te Tegelen (later Tegula N.V.) 1901-, president- commissaris N.V. Steenfabrieken Kekerdom te Ubbergen, 19e collator van de Vicarie Sancti Nicolai 1931 –, † Utrecht 2 okt. 1936, tr. Oss 17 mei 1892 Maria Theodora Jurgens, geb. Oss 4 febr. 1873, medeoprichtster en presidente Federatie van rooms-katholieke Vereenigingen ter Bescherming van Meisjes 1910-, medeoprichtster en vice-presidente rooms-katholieke Aartsdiocesane Vereeniging tot Bescherming van Meisjes (afdeling kliniekwerk), medeoprichtster en presidente Sint Anna-Vereeniging (hulp voor ongehuwde moeders), † Utrecht 9 mei 1916, dr. van Arnoldus en Johanna van Woerkom.

Uit dit huwelijk:    …

BBD

VIIIf. Leonardus Antonius Maria van Basten Batenburg (Officier in de Orde van Oranje-Nassau, Ridder in de Orde van de Rode Adelaar van Pruisen), geb. Lichtenvoorde 31 aug. 1864, gemeentesecretaris 1889-1894 en burgemeester 1894-1914 van Lichtenvoorde, lid Prov. Staten 1898-1927 en Gedep. Staten 1914-1922 van Gelderland, watergraaf Waterschap de Baaksche Beek 1914-1934, oprichter en president-commissaris Cooperatieve stoomzuivelfabriek Lichtenvoorde 1899- en de Geldersch Westfaalsche Stoomtrammaatschappij 1908-, 20e collator van de Vicarie Sancti Nicolai 1936 –, † Lichtenvoorde 29 aug. 1949, tr. Renkum 1 aug. 1899 Hélène Jacqueline Marie Reijmer, geb. Renkum 13 juli 1875, † Zeddam 3 dec. 1959, dr. van Heinrich Gerhard en Arnolda Hermina van Wijck.

Uit dit huwelijk:            …

bron: Nederland’s Patriciaat 2006, 87e jaargang.

###

Uitgelicht: Actief in de politiek voor de Roomsch-Katholieke Staatspartij

Eind 19e eeuw (vanaf 1894) waren vier broers Van Basten Batenburg tegelijkertijd actief in de landelijke politiek en de provinciale politiek van Gelderland en Limburg.

twee broers Van Basten Batenburg, als student in Utrecht, 1886
Gaudeamus Igitur Juvenes dum sumus (Laat ons verblijden zolang we nog jong zijn). Twee broers Van Basten Batenburg als rechtenstudenten en begunstigden van de Vicarie Sancti Nicolai, verkennen alle aspecten van het studentenleven…. Detail van litho gemaakt ter gelegenheid van een propadeutisch examen, 1879, P. W. v.d. Weijer te Utrecht.
(Collectie Van Batenborgh Stichting Groenlo).

Dr. Herman Schaepman was sinds 1880 lid van de Tweede Kamer. Hij was een van de eerste katholieken die zitting nam in het parlement en ontwikkelde zich tot de grote voorman van de katholieken aan het einde van de negentiende eeuw.

In die tijd studeerden vier katholieke broers uit Lichtenvoorde (Gelderland) in Utrecht en hebben daar ongetwijfeld, ook als lid van het Utrechtse Studentencorps, de basis gelegd voor hun politieke netwerk.

Ze waren al politiek bewust gemaakt door hun vader Bernard van Basten Batenburg (1821-1877) die behalve koopman ook lid was van de gemeenteraad en wethouder (1865-1871) van Lichtenvoorde en hun oom Jan van Basten Batenburg (1829-1886) die behalve textielfabrikant ook burgemeester was van Lichtenvoorde (1871-1886) en lid van de Provinciale Staten van Gelderland (1868-1874). Jan was getrouwd met Johanna Frederika Schaepman, achternicht van de priester en politicus Herman Schaepman.

Nadat in juni 1887 enkele katholieken een Algemene Bond van R.K. Kiesverenigingen hadden opgericht en de pauselijke encycliekRerum Novarum uit 1891 een basis legde voor de sociale politiek van de partij, zijn ook de broers uit Lichtenvoorde politiek actief geworden. Deze vier welgestelde Gelderse industriëlen sloten zich later ook aan bij de Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen, de voorloper van de RKSP.

De vier broers Van Basten Batenburg en de politieke functies die ze bekleedden, waren:

  • Leonard van Basten Batenburg (1864-1949) was gemeentesecretaris (1889-1894) en burgemeester (1894-1914) van Lichtenvoorde, lid Provinciale Staten (1898-1927) en lid van de Gedeputeerde Staten (1914-1922) van Gelderland.
  • Mr Willem Basten Batenburg (1862 -1936) was lid van de Tweede Kamer (1894-1901) en lid van de Eerste Kamer (1901-1903, 1907-1923).

Mede in verband met de oprichting van de N.V. Tiglia, stoomfabriek van kleiwaren aan de Maas, verhuisden de twee andere broers naar Tegelen en werden daar ook politieke actief:

  • Carel van Basten Batenburg (1860-1922) was lid van de gemeenteraad en wethouder (1894-1909), en later burgemeester van Tegelen (1906-1922)
  • Mr. Henri van Basten Batenburg (1858-1901) was lid Provinciale Staten 1894-1915 en lid van Gedeputeerde Staten (1901-1915) van Limburg.

————

Noten

* bij vrije beroepen, zoals kooplieden of chirurgijns, behoefde men geen lid te worden van een gilde om dat beroep uit te oefenen.

** Op 16 mei 1671 wordt Henrick Baetenborgh, samen met Henrick Teinck, vermeld als erfgenaam van de overleden echtgenote van Derck Cuerboom. Het gaat daarbij om een geschil tussen Bernard Heijdenrijck van Plettenborgh, heer van Marhulsen en Derck Cuerboom / Courboom, over de lossing van het pandschap van het goed Aenstaeter kamp / den Aenstoet nabij het huis Marlhulsen bij Groenlo.

© 2006 Stichting Vicarie Sancti Nicolai te Winterswijk

Overname van gegevens is mogelijk voor persoonlijk gebruik, alléén met bronvermelding, op elke pagina.

bijgewerkt 1.10.2020